Voorbereidingen Sneltram gestart

09/12/2020

Werken aan de Ring zet volop in op het Brabantnet. Dat zijn drie tram- en trambuslijnen waarvan eentje langs de A12 de Sneltram wordt, die tussen Willebroek en Brussel-Noord loopt. Die moet een afstand van 29 km overbruggen in 40 minuten, een grote tijdswinst tegenover het openbaar vervoer vandaag.

Er komen nieuwe haltes in Willebroek, Londerzeel, Wolvertem, Meise en Strombeek-Bever. Van Willebroek tot Londerzeel loopt de Sneltram ten oosten van de A12 van Londerzeel tot in Brussel loopt de Sneltram ten westen van de A12. Daarna volgt de Sneltram het traject van de bestaande tramlijnen 51 via Tour & Taxis en de nieuwe Suzan Danielbrug over het kanaal naar het Noordstation. Langs het traject komen ook hoogwaardige fietsvoorzieningen. 

De voorbereidingen zijn ondertussen begonnen. In 2021 en 2022 wordt het vergunnings- en aanbestedingstraject doorlopen. In 2023 kan worden gestart met de aanleg van de tramlijn. 

We spraken met Joost Swinnen, integraal projectleider van het Brabantnet en stelden hem een aantal vragen. 

Waarom wordt er geïnvesteerd in de aanleg van de Sneltram?

Joost: Tijd, kwaliteit en mobiliteit. Tijd is het nieuwe geld, daarom moet openbaar vervoer snel en betrouwbaar zijn. Dankzij de Sneltram zal een verplaatsing met het openbaar vervoer van en naar Brussel maar half zo lang duren dan vandaag. En met een betere kwaliteit van het openbaar vervoer zullen ook autogebruikers overtuigd worden om niet langer deel uit te maken van de files in de Vlaamse rand rond Brussel. Hierdoor zal dus de levenskwaliteit in onze regio erop vooruitgaan. Bovendien wordt samen met de Sneltram ook de fietssnelweg tussen Brussel en Willebroek gerealiseerd, zodat we in onze regio binnenkort een stuk duurzamer en gezonder mobiel kunnen zijn.

Wat is de timing en de procedure?

Joost: In 2018 besliste de Vlaamse Regering om de zone voor de Sneltram langsheen de A12 af te bakenen. In 2020 werd bepaald waar de tramhaltes zouden komen, waar de fietssnelweg, fietsbruggen en fietstunnels kunnen komen en welke aanpassingen aan de weginfrastructuur er nodig zijn. In april 2020 werden deze aanpassingen goedgekeurd door de overheid door het bekrachtigen van de zogenaamde “Startnota”. In 2021 volgt de opmaak van de “Projectnota”. In de Projectnota worden de infrastructuuringrepen uit de startnota verder uitgewerkt en ontworpen. Dan denken we bijvoorbeeld aan de hoogte van de fietsbruggen over de A12 of de lengte van de perrons waar de Sneltram zal halteren.

De volgende stap, na de goedkeuring van de projectnota, is de impact op de omgeving in kaart brengen met een MER-onderzoek (milieueffectenrapport). Voor bepaalde ingrepen die een grote impact hebben op mens en/of milieu zullen alternatieve maatregelen voorgesteld worden, zoals bijvoorbeeld geluidsschermen, aangepast wegdekmateriaal of een ander snelheidsregime. Samen met deze milieu-effectenstudie, wordt de omgevingsvergunning aangevraagd. Het verkrijgen van de omgevingsvergunning is gepland voor het jaar 2022.

Na het verlenen van de vergunning en het verwerven van de gronden kan het project gerealiseerd worden door een aannemer. Deze aannemer wordt aangesteld via een openbare aanbestedingsprocedure in opdracht van De Werkvennootschap. De zoektocht naar een geschikte aannemer is gepland voor het jaar 2023.

Waarom zijn er momenteel landmeters en grondonderzoekers op het terrein?

Joost: Het project is in een stroomversnelling gekomen. De architecten en ontwerpers zijn volop aan de slag om zowel het tramtraject te ontwerpen en uit te tekenen, maar ook de omgeving rond de tramhaltes vorm te geven. Omdat de architecten hun werk goed zouden kunnen doen, hebben ze de juiste gegevens nodig van de bestaande toestand, zoals de opmeting van de grens met de A12, de opmeting van de terreinen die langs de A12 liggen waar de tram zal komen, de toestand van de bodem en de ondergrond. De infrastructuur, zeker de traminfrastructuur, de bruggen en de tunnels moeten immers stevig kunnen worden gefundeerd in de ondergrond.

De landmeters leggen ook de exacte grenzen vast van de zone waar de tram gaat komen naast de A12. Om dit exact te kunnen doen, komen ze ook op het terrein.

Werden de eigenaars van de betrokken percelen op de hoogte gebracht van deze opmetingen?

Joost: Ja, niet alleen de eigenaars van de betrokken percelen hebben we een brief geschreven, ook de eigenaars van de aangrenzende percelen hebben een brief gekregen. De landmeters hebben de opdracht om alle bestaande gegevens over de betrokken percelen te verzamelen. Ze mogen immers niets over het hoofd zien, ook niet van afspraken uit het verleden. Daarom hebben ze niet alleen de kadastrale gegevens nodig van percelen waarop de tram zal rijden, maar ook van de percelen die hieraan grenzen.

Gaan er onteigeningen gebeuren? Hoe gaat dat in zijn werk? 

Joost: Onteigeningen gaan we proberen te vermijden. We gaan in gesprek met de eigenaars van de percelen waarvan een deel van hun perceel nodig is voor het tramtraject en de tramhaltes. De betrokken eigenaars zullen volgend jaar uitgenodigd worden om hierover een eerste gesprek te hebben met ons. Ze zullen inzicht krijgen wat de exacte zone is die nodig is voor de tram en op welke manier wij de aankoopprijs berekenen. Daarom nemen we de tijd om hierover te onderhandelen en gaan we ervan uit dat we met elke eigenaar tot een akkoord zullen komen. Mocht dit niet het geval zijn, kunnen de eigenaars altijd een beroep doen op een bemiddelaar van de Vlaamse overheid. Deze bemiddelaar is een aanspreekpunt voor de eigenaars en helpt hen om tot een oplossing te komen.

Heb je nog vragen over de Sneltram?

Bekijk dan zeker eens de projectpagina of de meest gestelde vragen over de Sneltram.

Sneltram FAQ

Staat je vraag er niet tussen, stuur dan een mailtje naar sneltram@werkenaandering.be